Een CT-scan wordt gebruikt om te zien waar de tumor precies zit, hoe groot deze is en of er nog meer afwijkingen zijn. Zo kun je op een CT-scan ook eventuele uitzaaiingen naar de lever en bijnieren zien, net als vergrote lymfeklieren. Dit onderzoek wordt gebruikt om de diagnose longkanker te stellen, maar ook om te bekijken hoever de ziekte is uitgebreid.
Een CT-apparaat kan een röntgenfoto maken van hele dunne plakjes van de longen, buik of andere delen van je lichaam. Door deze plakjes weer samen te voegen, krijgt de arts een heel goed beeld van het betreffende orgaan of weefsel.
Hoe gaat een CT-onderzoek?
Je ligt op een tafel met een grote metalen ring van 70 cm hoog en 50 cm diep om je heen. Meestal lig je op je rug, soms op je buik. Tijdens het onderzoek schuift deze ring om je heen. Je moet dan zo stil mogelijk blijven liggen. Een CT-scan duurt ongeveer 5 tot 10 minuten.
Wat is het verschil tussen een MRI-scan en CT-scan?
Een CT-scanner (Foto Antoni van Leeuwenhoek)