Ibrahim Tahtah (20) zit sinds september 2016 in het bestuur van Longkanker Nederland. Als algemeen bestuurslid wil hij zich inzetten voor culturele groepen. Met als belangrijkste doelen: mensen bewust maken van de gevaren van roken en duidelijk maken hoe belangrijk het is om te praten over longkanker.
“Ik was elf toen mijn vader overleed aan longkanker. Zes maanden voordat hij stierf, werd bekend dat hij longkanker in stadium 4 had. Daarna ging het snel. Van de ziekteperiode kan ik me weinig herinneren. Ik weet alleen nog dat mijn vader op een dag erge pijn had en aan het einde van zijn leven niet meer kon praten en verlamd raakte. Thuis werd er niet over gepraat. Mijn ouders zijn heel gelovig en legden het lot van mijn vader in Gods handen. Dat hielp bij de verwerking omdat ons geloof een gevoel van steun en troost gaf. Ik heb gemist dat er weinig ruimte was om te praten over gevoelens. Ik heb het bijvoorbeeld nooit met mijn vader over zijn ziekte en naderende dood gehad. Dat vind ik jammer. Ik had het verdriet graag met hem willen delen.”
Trots
“Tussen de regels door werd er in die laatste maanden veel gezegd. Mijn vader veranderde en werd zachtaardiger. Als ik een tien haalde op school, was het opeens een big deal en liet hij weten hoe trots hij was. Dat deed hij daarvoor niet. Het grote verdriet kwam eigenlijk pas toen ik 18 werd. Als kind besef je niet goed wat dood is en je gaat verder met je leven. Pas als je volwassenen bent, komt het echte gemis en verwerking. Zoals de bij de bruiloft van zijn zus die eraan zit te komen. Dat zijn vader er niet bij kan zijn, doet pijn.
Ik denk dat mijn vader trots op me zou zijn. Ik ben tweedejaars student geneeskunde en zit in het bestuur van Longkanker Nederland. Dat hij dat vast prachtig had gevonden, dat is een fijn gevoel.”
Marokkaanse gemeenschap
“Voor mijn studie heb ik in samenwerking met andere studenten en longarts Wanda Kanter een voorlichting ontwikkeld voor vluchtelingen over de gevaren van roken. Toen we deze in een asielzoekerscentrum gaven, viel mij op hoeveel mensen er rookten. Dat heeft met stress te maken, maar ook met het feit dat het in sommige culturen heel normaal is om te roken. In Syrië zitten jongetjes van drie al aan de waterpijp. Roken hoort erbij. Dat geldt ook voor de Marokkaanse gemeenschap waar ik uit kom. Mijn vader rookte ook. Omdat ik heb gezien hoe verschrikkelijk de gevolgen kunnen zijn, ben ik er nooit aan begonnen.”
2016
Tip van Ibrahim
Het is denk ik goed om regelmatig herinneringen op te halen aan degene die overleden is. Dat vind ik zelf erg fijn.