Longspecialisten ZGT zien lichtpuntjes ondanks al het verdriet: ‘Anders houd je het niet vol’
HENGELO - De coronacrisis kent voor specialisten op het gebied van
longkanker twee kanten, een inktzwarte en een lichtere. Patiënten zijn
tekort gekomen en deden ook zichzelf tekort. Aan de andere kant kwamen
nieuwe en minder stressvolle, veiliger manieren van contact in een
stroomversnelling. „Je moet lichtpuntjes zien om het vol te houden.”
Longarts en longkankerspecialist Jeske Staal en verpleegkundig
specialist longoncologie Erna Haverkate van ziekenhuis ZGT vertellen met
hoe uit het verdriet van het afgelopen jaar ook hoopvolle ontwikkelingen voortkomen. Het thema van
die dag is oog blijven houden voor de impact van kanker in coronatijd,
en duidelijk maken dat de weg naar zorg niet is afgesloten.
Op achterstand
Mensen
met longkanker zijn door corona op achterstand gekomen. „We hebben
minder longkankerpatiënten gezien, ze kwamen later binnen en in een
slechtere conditie. Daarom konden veel patiënten níet behandeld worden.
Mensen lopen de genezende behandelingen mis, zoals een operatie. Voor
chemotherapie of immunotherapie moet je ook sterk zijn. Daarna blijft
over: kiezen voor kwaliteit van leven, onder meer door bestrijden van
benauwdheid en pijn.”
Het afgelopen jaar zag ZGT 230 nieuwe longkankerpatiënten, terwijl dat er normaal tussen de 270 en 300 zijn. Meestal komen mensen ‘redelijk wandelend binnen’, maar nu veel vaker in een rolstoel of al bedlegerig op de eerste hulp. Normaal beginnen jaarlijks 170 tot 190 patiënten met een behandeling, het afgelopen jaar slechts 140.
„Dit is ongelooflijk naar om vast te moeten stellen. Onze boodschap is dus dat patiënten moeten komen, eerder moeten komen. We zijn gewoon open daarvoor. Ga naar de huisarts bij aanhoudende klachten van hoesten, bloed ophoesten, gewichtsverlies, pijnklachten”.
Veel mensen zien die klachten aan voor luchtweginfecties, voor passend bij Covid en beperken zich tot een Covidtest, en durven niet naar de huisarts. Soms ook doet een huisarts het telefonisch af, waardoor er pas veel later een foto komt. „We hebben het eerder aangekaart. De huisartsen doen het nu al veel beter. Maar laagdrempelig foto’s maken moet bij iedereen in het systeem zitten”. Lees hier verder